De verdeeldheid bij de Corinthiërs was een ontkenning van de geestelijke eenheid die er is. Daarover spreekt de apostel in 1 Corinthiërs 12. Hij benadrukt dat het één lichaam is met één geest en dat is natuurlijk niet voor niets. Zijn houding – een voorbeeld voor ons – was verzoenend, altijd, ook al werden zijn woorden en daden verkeerd begrepen!
Meer over de ene God, Die OM NIET alle mensen redt, verzoent, levend maakt en rechtvaardigt op: da-ath.nl