Goddelijke liefde 12
29-09-2024 - Geplaatst door Inge van Wijnen
De focus van een man zou op ‘liefhebben’ liggen
en níet op het onderschikken van zijn vrouw,
dat is nooit als een opdracht aan de man gegeven.
Focus op liefhebben
‘Aan elkaar onderschikken’ is de van God gegeven grondhouding waarover je leest in Efeze 5:21. Paulus geeft aan “niet te willen heersen over andermans geloof” (2Kor.1:24), geestelijk gezien mogen we “medewerkers zijn van elkaars vreugde”. 1Petrus 5:3 geeft eveneens aan niet overheersend te zijn.
Door overheersing wordt géén vreugde bewerkt. Als we een steeds groter besef ontvangen van de liefde van Christus (2Kor.5:14), dan werkt dat als een krachtige motivatie om, in vreugde, aan Zijn roepstem gehoor te geven. Op dezelfde wijze kan de roepstem van een man weerklank vinden in het hart van zijn vrouw. Dit wil niet zeggen dat een vrouw altijd ontvankelijk is voor de liefde die haar man betoont, maar een man die liefheeft met onvoorwaardelijke liefde kan een vrouw uitermate motiveren. Waar een overheersende man juist het tegenovergestelde in het innerlijk van zijn vrouw bewerken zal.
Top-down bekeken:
- zoals de Heer kwam om door de liefde te dienen;
- zo kunnen gelovigen, in de geest van God geleid, elkaar door de liefde dienen (Gal.5:13);
- en zo kan het ook een man gegeven worden zijn vrouw door de liefde te dienen (Ef.5:25);
- waarop hij, zo God het wil, respons van zijn vrouw zal krijgen.
Dat de ‘rol’ van een man binnen het huwelijk niet (over)heersend is maar een dienend karakter heeft, neemt niet weg dat hij als hoofd wel degelijk een sturende plaats inneemt. Want als Hoofd van de gemeente gaat de Heer voorop en neemt Hij de leiding. Zoals Hij Zijn lichaam aanstuurt, kan een man zijn vrouw in liefde aansturen. De focus van een man zou namelijk op ‘liefhebben’ liggen en níet op het onderschikken van zijn vrouw, dat is nooit als een opdracht aan de man gegeven.
In de geest van God geleid, kan een man zijn vrouw door liefde naar zich toetrekken. Ontbreekt de liefde, dan brengt dat automatisch verwijdering teweeg: innerlijk dan wel fysiek. Liefdeloze daden, evenals woorden die zonder liefde worden geuit, stoten af. Daarom moet een man zich er welbewust van worden, wát hij tegen zijn vrouw zegt en hóé hij iets tegen zijn vrouw zegt. Een vrouw voelt feilloos aan waar een man vandaan komt.
Het geeft lucht als een vrouw bepaalde dingen aan haar man mag (leren) overlaten. Op deze wijze geniet zij als brozer vaatwerk (1Petr.3:7) meer bescherming en dat zou zij als een eer kunnen beschouwen die haar wordt verleend. Een man hoeft zijn vrouw niets op te leggen en onderdrukken is al helemaal niet aan de orde. Hij geniet het voorrecht dat hij door genade, zowel op het aardse als het geestelijke vlak, een “medewerker aan haar vreugde” mag zijn.