Goddelijke liefde 10
24-09-2024 - Geplaatst door Inge van Wijnen
Door genade, in de geest van God geleid,
kan een vrouw door haar man
als een aanvulling worden gezien
waaraan hij als hoofd eer toekent,
want hoe kostbaar en dierbaar is zij hem!
Kostbaar en dierbaar
Efeze 5
24 Maar zoals de uitgeroepen gemeente zich onderschikt aan de Christus, zo ook de vrouwen aan hun man in alles.
Laten we nog even beginnen met het feit dat ‘onderschikken’ niet hetzelfde is als ‘gehoorzamen’. Zoals eerder aangeven:
- Onderschikken is een houding die je aanneemt. Het betekent niet dat je dingen moet gaan doen die tegen het woord van God of tegen je geweten ingaan.
- Onderschikken heeft te maken met erkennen van degenen die door God boven je zijn gesteld.
- Onderschikken is een kenmerk van Gods werk in je innerlijk.
“In alles onderschikken” heeft dan ook een heel andere lading dan “in alles gehoorzamen”. Het woord gehoorzamen komt in dit tekstgedeelte niet aan de orde en heeft alleen maar tot misverstanden, zo niet misbruik, geleid. Dat is wat menselijke denkpatronen van Gods woord gemaakt hebben, te beginnen bij de vertaling. Wat je wél leest is dat mannen “aan het vrouwelijke eer zouden toekennen als aan brozer vaatwerk” (1Petr.3:7). Vaatwerk wat dus kwetsbaarder is dan het vaatwerk ‘man’. Hoe behandel je als man dat meer kwetsbare vaatwerk? Ga je daar ruw mee om, in letterlijke en/of figuurlijke zin?
Als je aan de gemeente denkt, dan is het eigenlijk heel logisch dat dit ‘lichaam’ (1Kor.12:12, 27-28; Ef.1:22,23; Kol.1:18) wordt aangestuurd door het Hoofd. Alleen dat is met betrekking tot het huwelijk feitelijk precies hetzelfde, al kom je het niet vaak meer tegen. Vrouwen moeten vooral alle ballen van zichzelf hooghouden en mannen mogen geen man meer zijn. Althans, geen man met wat vroeger onder het begrip ‘man’ werd verstaan; alles immers ten behoeve van de gelijkwaardigheid.
Nu is er niets mis met het streven naar gelijkwaardigheid. Het mooie van de Schrift is dan ook dat vrouwen absoluut niet als ‘minderwaardig’ geclassificeerd worden. Zo wordt de gemeente niet beschouwd en de vrouw evenmin. De gemeente wordt gezien als een aanvulling of “het complement” van Christus (Ef.1:23) en dat geldt tevens voor een vrouw ten opzichte van haar man. Overigens niet in de zin dat een man zónder vrouw maar ‘zielig’ zou zijn, want dat is de Heer óók niet. En Paulus was ten tijde van zijn roeping eveneens niet gehuwd.
Top-down bekeken:
- zoals de gemeente een aanvulling is van Christus waaraan Hij als Hoofd eer toekent (want hoe kostbaar en dierbaar is zij Hem!);
- zo kan door genade, in de geest van God geleid, een vrouw door haar man als een aanvulling worden gezien waaraan hij als hoofd eer toekent (want hoe kostbaar en dierbaar is zij hem!).