Goddelijke liefde 6

12-09-2024 - Geplaatst door Inge van Wijnen


Wij zijn het maaksel God is de Maker.
Daarmee staat nooit dwang,
wat liefdeloos is, centraal, maar dráng.


Want Zijn maaksel zijn wij

Het welzijn dat God voor ogen staat, komt niet voort uit materiële zaken. Paulus kon dan ook Gods lof zingen in de gevangenis (Hand.16:25). Dat is van een totaal andere orde dan wat wij normaliter vanuit de mens zouden doen.

Het is van groot belang om voor ogen te houden wat het uitgangspunt is. Waarmee is het allemaal begonnen? En Wie draagt de verantwoordelijkheid voor het proces dat in ieders leven gaande is? Want als God niet met Zijn licht zou stralen in je hart (2Kor.4:6), waar zou je dan blijven (Rom.1:21)? Dan zul je eenvoudigweg niet kúnnen zingen als om je heen het licht uitgaat en de wereld verzinkt in de nacht …

Een bewustwording van deze zaken, zet ons als schepselen in de juiste verhouding tot God. Het maakt bewust van de afhankelijke positie van ál Zijn creaturen, omdat Hij onze uiterlijke en innerlijke Formeerder is. Zo komen we bij het verleende voorrecht uit en zullen we ons niet langer boven een ander willen verheffen. Als gevolg van de dankbaarheid voor hetgeen we zelf van Hem ontvangen, en de vreugde die daar uit voortvloeit, komt er ruimte in ons hart om ál Gods schepselen in Zijn liefde aan te leren zien.

Deze van God gegeven denk- en handelwijze, maakt dat er zich een liefdevolle leefomgeving kan ontwikkelen. Waar Gods gezonde woorden klinken, daar ontstaat een gezond leefklimaat. Dat komt omdat niets mensen zo in evenwicht kan brengen, en in harmonie met elkaar, als een steeds grotere bewustwording van Zijn onvoorwaardelijke liefde. In hetgeen God waarheid noemt – de Zoon van Zijn liefde (Joh.14:6; Kol.1:13) – vinden we elkaar, en zijn allen, die in Hem geschapen worden, in een onlosmakelijke éénheid met elkaar verbonden.

Efeze 2
10 Want Zijn maaksel zijn wij, die geschapen worden in Christus Jezus …

Het énige waarmee mensen gedrongen kunnen worden tot een bepaalde wandel, is de liefde van God, die de Heer ons laat zien. Dat is waar 2 Korinthe 4:6 over sprak: “tot verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus”. In de Zoon zien wij de Vader (Joh.14:9).

Wij zijn er niet om druk te leggen op andere mensen. God is het, Die liefdevol en Eigenhandig vormt. Maar als we (nog) niet hebben ontvangen te erkennen dat het bij ónszelf op deze wijze werkt, zullen we ook een ánder niet naar waarheid kunnen beschouwen en benaderen.

Wij zijn het maaksel Hij is de Maker. En daarmee staat nooit dwang, wat liefdeloos is, centraal, maar dráng. Dit onderkennen is van groot belang. Een plant wordt zogezegd niet ‘gedwongen’ om te groeien, maar wordt van binnenuit gedrongen. Zo zorgt ook de Goddelijke liefde, die in ons hart wordt uitgestort, dat wij ervan vervuld raken en opwassen. Al het menselijk streven hierin is geforceerd en doet de liefde, en daarmee ook de plant én haar leefomgeving, geweld aan. Het komt niet voort uit de geest van God en strekt de Vader niet tot eer. Want als iets anders dan de heilige geest ons drijft, dan kan het immers geen agapé liefde zijn!